Extra huis als belegging
De spaarrente stelt weinig voor, dus wat moet je met je geld? Steeds meer beleggers trekken richting de woningmarkt. Een tweede huis, als recreatiewoning of om te verhuren, wint sterk aan populariteit.
Exacte cijfers van hoeveel Nederlanders precies een tweede huis hebben, zijn er niet. Maar de verkoop van Nederlandse recreatiewoningen zit behoorlijk in de lift, blijkt uit cijfers van makelaarsvereniging NVM.
In 2017 was er een plus van 15 procent. Naast vakantieparken zijn vooral de Zeeuwse kust en de Waddeneilanden populair. Op de eilanden is een recreatiewoning niet goedkoop: gemiddeld bijna 350.000 euro. Ook in Zeeland zijn vooral woningen in het hogere segment nog te koop, ziet de NVM. De helft van de vakantiehuizen die te koop staan voor 500.000 euro of meer staat in deze provincie.
In Nederland wordt nu ongeveer een op de tien huizen verkocht als beleggingsobject, in de grote steden zelfs een op de vijf, ziet ING-econoom Mirjam Bani. „Dat aantal neemt al jaren toe. Zeker in studentensteden is het populair om een tweede huis te hebben dat je verhuurt. Dat kan natuurlijk heel lucratief zijn.”
Je kunt je overwaarde in een tweede huis investeren, of er een eigen hypotheek voor afsluiten. De meeste geldverstrekkers zullen wel eisen dat je ook eigen geld inbrengt. Ook kun je de rente niet aftrekken.
Investering
Een goede investering? Leo Jacobs vindt van wel. Vijftien jaar geleden kocht hij in de Amsterdamse Indische buurt een appartement om te verhuren. „Destijds had je daar echt no-go-areas, nu is het een soort walhalla geworden. Aanvankelijk kochten mijn vrouw en ik een huisje voor onze oude dag, maar toen we zagen hoe makkelijk we huurders vonden, kochten we meteen een tweede. Later nog een derde. Nu is het mijn bron van inkomsten. Ik vond het leuk ze te verbouwen en huurders vinden in Amsterdam is nooit een probleem. Of het nu nog zo’n goede investering is, weet ik niet. De huizenprijzen zijn wel erg gestegen.”
Lees het volledige artikel op
de Telegraaf.nl
Terug naar het overzicht
Extra huis als belegging
De spaarrente stelt weinig voor, du...
Lees meer
De spaarrente stelt weinig voor, dus wat moet je met je geld? Steeds meer beleggers trekken richting de woningmarkt. Een tweede huis, als recreatiewoning of om te verhuren, wint sterk aan populariteit.
Exacte cijfers van hoeveel Nederlanders precies een tweede huis hebben, zijn er niet. Maar de verkoop van Nederlandse recreatiewoningen zit behoorlijk in de lift, blijkt uit cijfers van makelaarsvereniging NVM.
In 2017 was er een plus van 15 procent. Naast vakantieparken zijn vooral de Zeeuwse kust en de Waddeneilanden populair. Op de eilanden is een recreatiewoning niet goedkoop: gemiddeld bijna 350.000 euro. Ook in Zeeland zijn vooral woningen in het hogere segment nog te koop, ziet de NVM. De helft van de vakantiehuizen die te koop staan voor 500.000 euro of meer staat in deze provincie.
In Nederland wordt nu ongeveer een op de tien huizen verkocht als beleggingsobject, in de grote steden zelfs een op de vijf, ziet ING-econoom Mirjam Bani. „Dat aantal neemt al jaren toe. Zeker in studentensteden is het populair om een tweede huis te hebben dat je verhuurt. Dat kan natuurlijk heel lucratief zijn.”
Je kunt je overwaarde in een tweede huis investeren, of er een eigen hypotheek voor afsluiten. De meeste geldverstrekkers zullen wel eisen dat je ook eigen geld inbrengt. Ook kun je de rente niet aftrekken.
Investering
Een goede investering? Leo Jacobs vindt van wel. Vijftien jaar geleden kocht hij in de Amsterdamse Indische buurt een appartement om te verhuren. „Destijds had je daar echt no-go-areas, nu is het een soort walhalla geworden. Aanvankelijk kochten mijn vrouw en ik een huisje voor onze oude dag, maar toen we zagen hoe makkelijk we huurders vonden, kochten we meteen een tweede. Later nog een derde. Nu is het mijn bron van inkomsten. Ik vond het leuk ze te verbouwen en huurders vinden in Amsterdam is nooit een probleem. Of het nu nog zo’n goede investering is, weet ik niet. De huizenprijzen zijn wel erg gestegen.”
Lees het volledige artikel op
de Telegraaf.nl
Terug naar het overzicht